mauklab


Werken met klei is een geduldig karweitje. Je bedenkt eens iets leuks maar dan begint het. Alles, echt ALLES wat je doet moet opgeschreven worden. De ingrediënten moeten zorgvuldig worden gewogen, alle hoeveelheden moeten nauwkeurig worden genoteerd. Niet op een kladblaadje maar in een serieus archief met alle proefjes en hun ingrediënten bij elkaar. Percentages, hoeveelheden,vindplaatsen, codes en namen. Archivaris zijn is een serieus beroep; welke informatie is nu bv. niet zo belangrijk maar op de langere termijn weer wel. Op welke manier kan je de benodigde informatie weer terugvinden. Wat voor codes bedenk je en waarvoor ook al weer? Was C nu voor Cobalt of voor Charmotte?
Heb je alles gemengd en opgeschreven, moet het drogen. Dan moet het geschuurd. Met een schuursponsje en water. Dan weer drogen. Dan gaat het de ovens in. Bakt het 2 dagen.
Kan het de oven weer uit. Kan er geglazuurd worden. Moet het weer drogen. Wel even allemaal op losse ijzeren triangeltjes neerleggen, anders smelten de proefjes vast aan de ovenplaten... Gaat het weer de oven in, dit keer voor 3 dagen.
En dan pas. DAN PAS kan je zien wat je nou eigenlijk gedaan hebt. En dan is het toch altijd weer anders dan je gedacht had.... zelfs als je precies de zelfde ingrediënten en dezelfde hoeveelheden hebt gebruikt. Snap jij het? Ik niet. Werken met klei is fascinerend en frustrerend tegelijk. Je moet kijken naar wat je krijgt en niet naar wat je niet gekregen hebt. 
In een volgende blog zal ik eens al mijn misbaksels laten zien.
Dan snap je wat ik bedoel..